VERON A63
Friese Wouden
____________





| |
VERON afdeling Friese Wouden
Afdelingsblad 'CQ Friese Wouden'
door PA2JPC
Dat de beste opstelplaats voor een mobiele antenne het midden
van het autodak is, is algemeen bekend. De hoogte is maximaal, de
tegencapaciteit is symetrisch en de afstraling wordt niet belemmerd. Toch kiezen
we vaak voor een andere opstelplaats; voor of achter op het dak, op de bumper of
een 'on-glass' antenne op de achterruit. De reden is ook duidelijk. Een
compromis tussen een optimaal werkende antenne en een simpele montage. Over deze
en aanverwante zaken gaat dit artikel.
Om te beginnen iets over het horizontale stralingsdiagram. In
de onderstaande figuren ziet U de diagrammen een kwart-lambda antenne met
verschillende opstelplaatsen. Figuur 1 geeft de situatie weer als de antenne op
het midden van het autodak is geplaatst. In de figuren twee en drie ziet U de
diagrammen bij een plaatsing respectivelijk op de vooren achterzijde van het dak.
Als de antenne op een voorof achterspatbord is geplaatst ontstaat er een
stralingsdiagram zoals is weergegeven in figuur vier. Wat hierbij opvalt, is dat
bij een montage van de antenne op de voorkant van het autodak een maximum
optreedt naar achteren. Bij een montage op de achterzijde ligt het maximum aan
de voorzijde van de antenne. In bijde gevallen treedt aan de zijkanten een
verslechtering op. Een merkwaardige zaak is, dat in bijde gevallen de hoek met
de minste afstraling aan de zelfde kant van de auto ligt. Je zou verwachten, dat
dit wisselt met het verplaatsen van de antenne. Montage op de spatborden is
duidelijk de slechtste oplossing. De figuren spreken verder voor zich.

Figuur 1. Stralingsdiagram van een monopool op het
midden van een autodak
|

Figuur 2. Stralingsdiagram van een monopool op de
voorkant vaan een autodak
|

Figuur 3. Stralingsdiagram van een monopool op de
achterkant van een autodak
|

Figuur 4. Stralingsdiagram van een monopool op lagere
delen van een autocarrosserie
|
Het horizontale stralingsdiagram van een op de achterruit
geplaatste 'on-glass' antenne is door mijzelf gemeten. De resultaten vindt U in
onderstaande tabel. Er is viermaal gemeten op verschillende plaatsen in het open
veld, met een vrij zicht naar de antenne. De afstand van het meetpunt tot de
antenne bedroeg ongeveer acht km. De weergegeven meetresultaten zijn gemiddelden.
Overigens gaven alle metingen het zelfde beeld.
Bij het zelfde experiment heb ik de prestaties van een
'on-glass' antenne vergeleken met die van een kwart lambda antenne, die
gemonteerd was op de voorkant van het autodak. Beide antennes waren vast
gemonteerd. De omschakeling geschiedde dorr het ompluggen van de coaxkabels op
een spectrum-monitor. De conclusie, die uit dit experiment getrokken kon worden,
is, dat de (professionele) 'on-glass' antenne gemiddeld 4dB slechter was dan de
kwart lambda. Dit alles in tegenstelling tot alle verhalen van de fabrikant over
3dB gain (ten opzichte waarvan?). Alhoewel ik een tijdlang de 'on-glass' zonder
problemen heb gebruikt, stap ik naar aanleiding van deze metingen toch maar weer
over op de kwart lambda spriet op het dak, Vier deciBellen is nogal wat(t).
Meetgegevens
Hoek tussen voorkant auto en inkomend signaal
Hoek |
On-glass ant. (dBm) |
¼ golf ant.(dBm) |
0 |
-78 |
-74 |
45 |
-77 |
-72 |
90 |
-77 |
-73 |
135 |
-80 |
-73 |
180 |
-78 |
-74 |
225 |
-75 |
-72 |
270 |
-78 |
-73 |
315 |
-77 |
-75 |
73, Jelle PA2JPC |